Saturday, December 28, 2019

Luchtbehandeling - Free Essay Example

Sample details Pages: 25 Words: 7488 Downloads: 2 Date added: 2017/06/26 Category Statistics Essay Did you like this example? Inleiding 1 Luchtbehandeling In dit deel wordt kort toegelicht wat de eigenschappen zijn van verschillende luchttoestanden. Dit eindwerk handelt vooral over het verwarmen en koelen van lucht, maar voor de volledigheid wordt ook het bevochtigen en ontvochtigen aangehaald. 1.1 Mollierdiagram Het Mollierdiagram (zie bijlage 1) is een handige voorstelling van de verbanden tussen o.a. de temperatuur (C), enthalpie (kJ/kg droge lucht), absolute (kg waterdamp/kg droge lucht) en relatieve vochtigheid (%), van lucht. Voor de relatieve vochtigheid gebruikt men in deze grafiek het symbool , in dit eindwerk zal voornamelijk RV gebruikt worden. In de x-as stelt men de absolute vochtigheid voor en in de y-as de enthalpie, maar met een functie: Don’t waste time! Our writers will create an original "Luchtbehandeling" essay for you Create order y=h-2500x Formule 1.1 De isenthalpen (lijnen van constante enthalpie) verlopen dan ook niet horizontaal maar met een richtingscofficint gelijk aan -2500. h=1,008t+2500x+1,926xt Formule 1.2 Voorgaande vergelijking geeft het verband weer tussen de enthalpie, temperatuur en absolute vochtigheid. De constanten stellen respectievelijk de soortelijke warmte van droge lucht, verdampingswarmte van n kg water bij 0C en de soortelijke warmte van waterdamp voor. Indien formule 1.1 en 1.2 in elkaar gevoegd worden krijgen we volgende vergelijking: y=h-2500x=1,008t+1,926xt Formule 1.3 Hieruit is op te merken dat als: t=0 y=0: horizontale rechte t0 y0: stijgende rechte, de richtingscofficint wordt hoger naarmate t toeneemt t0 y0: dalende rechte, de richtingscofficint wordt lager naarmate t afneemt De relatieve vochtigheid is weergegeven d.m.v. krommen die een constant verband weergeven tussen de partile waterdampdruk en de verzadigingsdruk bij een bepaalde temperatuur. 1.2 Verwarmen 1.3 Koelen 1.4 Bevochtigen 1.5 Ontvochtigen 2 Thermisch comfort 3 Luchtbehandelingsinstallatie CILVA 3.1 Opstelling Het gebouw CILVA (Centrale Infrastructuur voor Laagactief Vast Afval) is gebouwd in 1992 en kan bekeken worden als twee aparte zones met elk hun luchtbehandelingsinstallatie. Deze beschikken beiden over een pulsatie en extractie. De warme zone (=gecontroleerde zone) is de zone met de verwerkingsinstallatie voor het radioactief afval. Hier kan er sprake zijn van een verhoogde radioactieve straling en besmetting. De koude zone is de administratieve zone waar normaal geen radioactiviteit aanwezig is. 3.1.1 Metingen De metingen van het debiet zijn gebeurd met een Testo 445 d.m.v. een silicoonslang en een pitotbuis aangesloten. De luchtsnelheid wordt in dit toestel 3.1.2 Koude zone De pulsatie en extractie bestaat elk uit twee treinen van elk een capaciteit van 50%. De buitenlucht wordt aangezogen door de twee ventilatoren en passeert hierdoor eerst een grove filter om vervuiling van de componenten in de pulsatiekast te voorkomen. Na deze filtering wordt de lucht indien nodig voorverwarmd tot 10C en na onderverdeling naar verschillende ruimtes naverwarmd tot 20C. De extractie gebeurt zonder enige vorm van filtering. Het aangezogen luchtdebiet bedraagt 15490 m/h en het extractiedebiet 19450 m/h. Door dit verschil in debiet zal er een onderdruk gecreerd worden in de ruimte. Hierdoor zullen er geen radioactieve deeltjes van de aanliggende gecontroleerde zone naar hier migreren, omdat de onderdruk daar groter is. Dit is trouwens ook duidelijk aan de filtering die hier toegepast wordt. In theorie zou de niet-gefilterde extractielucht opnieuw aangezogen kunnen worden, waardoor men stelt dat deze lucht veilig is. In geval van nood, als bijvoorbeeld het ventilatiesysteem van de gecontroleerde zone uitvalt, dan zal onmiddellijk ook de ventilatie van de koude zone uitgeschakeld worden. Indien dit veiligheidssysteem er niet was, zou er enkel een onderdruk zijn in de koude zone. Hierdoor zal de eventueel vervuilde lucht zich naar deze zone verplaatsen. Dit is niet de bedoeling, omdat bij een ramp dit misschien de enige overblijvende veilige zone in het gebouw is. Er zit ook een veiligheidssysteem op de pulsatie van de warme zone, zo zal bijvoorbeeld dit systeem onmiddellijk uitvallen indien de extractie wegvalt. De reden ook hier is de onderdruk in deze zone behouden in de mate van het mogelijke en zeker geen overdruk te creren. Uit het oogpunt van mogelijke radioactieve besmetting is het dus toegestaan om de lucht te mengen in de koude zone. In de gecontroleerde zone daarentegen is dit verhaal een stuk complexer. 3.1.3 Warme zone Deze zone is onderverdeeld in vier kleinere zones die qua extractie telkens met twee zijn samengenomen. De verschillen bestaan uit de onderdrukken en de luchtvernieuwingen. Onderdrukken: groen: 0-50 Pa geel: 50-100 Pa oranje: 100-150 Pa rood: 250-300 Pa Luchtvernieuwingen: De pulsatie bestaat uit drie treinen van elk 50%. Dit betekent dat n trein stand-by staat voor in het geval er een trein uitvalt of indien er onderhoudswerkzaamheden aan de gang zijn. Het pulsatiedebiet bedraagt 75000 m/h. De verwarming en de filtering van de buitenlucht zijn hetzelfde als bij de koude zone met het verschil dat de filtering hier gebeurt door een grove voorfilter en een absoluutfilter. De extractiedebieten zijn de volgende: * geel-groen: 85000 m/h * oranje-rood: 8100 m/h * versnijdingscel: 3200 m/h Het totale extractiedebiet bedraagt 96300 m/h. Hieruit is duidelijk merkbaar dat het aandeel van zone geel-groen veel groter is dan dit van de andere zones. De extractie van de zone geel-groen zal dus het belangrijkste zijn qua recuperatie, omdat er meer energie te halen is uit deze grote luchtstroom op relatief hoge temperatuur. Een probleem qua installatie bij deze zone is dat deze ventilatie niet stilgelegd mag worden voor oranje-rood en de versnijdingscel. De reden hiervoor is dat dan de controle over de onderdrukhandhaving en daarmee de verspreiding van radioactief besmet stof enigszins wegvalt. Voor de zone geel-groen is het stilleggen van de installatie wel mogelijk in de vakantieperiodes, maar zoals later verder uitgelegd wordt, is het niet mogelijk om enkel zone geel-groen af te splitsen en te gebruiken voor warmterecuperatie. 3.1.3.1 Geel-groen Deze zone is de relatief veilige zone binnenin de gecontroleerde zone. Het bestaat uit alle zones met een kleine radioactiviteit zoals bijvoorbeeld gangen, traphallen, lokalen zonder radioactiviteit, De extractie van deze zone bestaat uit een filtering en een afzuiging. De filtering is opgedeeld in acht treinen waarvan er n stand-by staat voor in geval dat er een andere trein uitvalt, maar ook gewoon om de filters te kunnen vervangen. Deze filtering bestaat uit grove filters en absoluutfilters om alle radioactieve deeltjes zeker uit de lucht te halen vooraleer deze weggeblazen wordt. Na deze filtering staan drie groepen van elk 50% om de afzuiging te verzekeren. 3.1.3.2 Oranje-rood Deze is de zone waarin de radioactiviteit echt aanwezig is. In deze ruimtes zal men bovenop de veiligheidskledij ook maskers moeten dragen om geen deeltjes in te ademen. De manier van filteren en afzuigen is hetzelfde als bij zone geel-groen met het verschil dat het hier telkens gaat om twee treinen van elk 100%. 3.1.3.3 Versnijdingscel In deze ruimte wordt het radioactief afval verkleind. Het luchtdebiet doorheen deze installatie wordt afgezogen door twee treinen van 100% met bijhorende filtering. Het gaat om een kleine ventilator die zorgt voor afzuiging indien de versnijdingscel niet in werking is en een grotere ventilator om te zorgen voor een betere afzuiging indien de versnijdingscel wel in werking is. 3.2 Werking In beide zones wordt een onderdruk gecreerd doordat het extractiedebiet groter is dan het pulsatiedebiet. Deze onderdruk zorgt ervoor dat er geen deeltjes naar buiten kunnen stromen. Om ook geen eventueel vervuilde luchtstroom van de warme zone naar de koude zone te laten stromen, is de onderdruk in de warme zone groter dan in de koude zone. Dit is wel simplistisch uitgelegd, omdat in de praktijk er nog verschillende onderverdelingen zijn in de warme zone zelf. Zodanig dat ook hier vanuit de kern van de warme zone (rood) geen lucht kan stromen naar omliggende zones groen, geel en oranje. De onderdruk zorgt ervoor dat er enkel lucht kan stromen van groen naar geel en zo verder naar oranje en rood waardoor radioactieve besmetting van een zone met een hoger besmettingsrisico naar een zone met een lager besmettingsrisico niet mogelijk is. De aanzuiging gebeurt voor heel het gebouw langs een schacht met aan de buitenzijde de roosters voor aanzuiging van de buitenlucht en aan de binnenzijde de aanzuigkanalen van de verschillende luchtgroepen. Langs deze schacht passeert dus ruim 90.000 m/h. De lucht wordt in beide zones voorverwarmd en na onderverdeling verder naverwarmd. Hieruit kan opgemerkt worden dat men geen koeling, bevochtiging of ontvochtiging doet in dit gebouw. De reden hiervoor is dat er enerzijds nog nooit klachten gekomen zijn i.v.m. de vochtigheid, anderzijds is dit gebouw geplaatst in 1992 en er werd toen nog niet zoveel waarde gehecht aan comfort door relatieve vochtigheid. Dit is vooral van toepassing op de koude zone, want in de warme zone is er continu weinig volk aanwezig. Anderzijds is de koeling achterwege gelaten omwille van de grote inertie van het gebouw. De muren van deze gebouwen zijn bijna overal gemaakt uit beton van ongeveer 1m 40 dikte. Dit zorgt ervoor dat in de zomer de muren hun koude afgeven overdag. Het duurt dus zeer lang vooraleer het effect van bijvoorbeeld een buitentemperatuur van 30-35C binnen merkbaar is. Dit biedt ook voordelen naar verwarming toe, want in de winter geven deze muren hun warmte van overdag s nachts af waardoor er s morgens minder warmte toegevoegd moet worden. 3.10 Uitmonding extractie koude zone Na de passage van de lucht door de gebouwen wordt de lucht afgevoerd door de verschillende extractieventilatoren. De extractie van de koude zone bevindt zich in dezelfde ruimte als de aanzuiging, maar mondt uit op het dak. De extractie van de warme zone daarentegen is zoals eerder vermeld opgedeeld in verschillende extractiezones, maar deze komen evenwel terug samen in een afvoerkanaal. Dit kanaal gaat door het dak van de 1e verdieping om dan terug in de 2e verdieping over te gaan in een betonnen kanaal (2x2m). Dit kanaal gaat over in een plotse verbreding om dan terug naar beneden te gaan en dan ondergronds naar de schouw. Men laat dit niet gewoon naar buiten stromen om het aantal lozingspunten op het bedrijfsterrein te beperken. In deze schouw monden dan ook verschillende luchtstromen uit. In de plotse verbreding van het kanaal op de 2e verdieping bevindt zich de warmtewisselaar om de oven te koelen indien er geen behoefte is aan verwarming of indien de warmtevraag kleiner is dan het warmteaanbod. Er wordt dus op deze manier al een vorm van warmterecuperatie toegepast op de oven door het voedingswater van de verwarming door een warmtewisselaar te pompen om zo dit water voor te verwarmen met de warmte van de oven. Samengevat ziet het vanuit de lucht er zo ongeveer uit: Schacht (1e verdieping) Gebouw 2e en 3e verdieping Luchtkoker (gearceerd: hieronder bevinden zich de extractiegroepen van de gecontroleerde zone) Pulsatiegroepen (twee onderaan voor koude zone, drie bovenaan voor gecontroleerde zone) Uitblaas extractielucht koude zone (hieronder bevinden zich de extractiegroepen van de koude zone) 4 Warmterecuperatiesystemen en de mogelijkheid tot toepassen 4.1 Algemeen Warmterecuperatie is momenteel booming business. De prijzen voor aardolie zullen stijgen, omdat de vraag groter is dan het aanbod en het hier niet gaat om een onuitputtelijke brandstof. Men moet dus op zoek naar alternatieven, maar vooraleer deze alternatieven er zijn, is een eenvoudigere oplossing het gebruik van recuperatoren om de hoeveelheid nodige brandstof te verkleinen. Hierdoor zal het verbruik dalen, aangezien we energie recupereren die anders in de atmosfeer geblazen wordt met nog potentile energie aan boord. Dit kan interessant zijn voor bedrijven, want er wordt een milieuvriendelijke investering gedaan, maar vooral ook een investering waaruit iets te verdienen valt. Een tweede voordeel is de lagere uitstoot, omdat men bij Belgoprocess tegen het plafond aanleunt. Men mag eigenlijk niet nog mr uitstoten, maar aangezien men van plan is om nog uit te breiden, zullen er maatregelen genomen moeten worden. Het grote probleem bij deze systemen is de plaatsing. De luchtbehandelingskasten dateren uit 1992 en in die tijd dacht men nog niet aan recuperatiemaatregelen (brandstof was veel goedkoper). Hierdoor is er ook geen rekening gehouden met eenvoudige maatregelen (bijvoorbeeld plaatsvoorziening) om recuperatie mogelijk te maken. Zo is geen plaats in de kasten zelf en de pulsatie en extractie staan ver uit elkaar. Hierop zal in dit hoofdstuk dieper worden ingegaan door dit per warmterecuperatiesysteem te bekijken. 4.2 Kringloopverbinding De oudste vorm van warmterecuperatie voor luchtbehandeling is de kringloopverbinding, ook wel twin coil genoemd. Het bezit wel een laag rendement (30 50%) waardoor het een minder populaire recuperatievorm is. Dit rendement is ook afhankelijk van de verhouding extractie/pulsatie en is bij CILVA zeer gunstig. Hierdoor valt het rendement eigenlijk bij alle warmterecuperatiesystemen relatief hoog uit. Aangezien dit een systeem is waarbij vochtrecuperatie onmogelijk is, spreekt men van een recuperatieve vorm van warmterecuperatie. Er zijn twee batterijen ter beschikking waarvan er n in het extractiekanaal en n in het pulsatiekanaal geplaatst worden. Door deze batterijen wordt water rondgepompt. Dit water zal in het extractiekanaal warmte opnemen uit de lucht en terug afgeven in het pulsatiekanaal. Om bevriezing te voorkomen wordt aan deze warmtedrager meestal een bepaalde hoeveelheid glycol toegevoegd (ongeveer 30%). De driewegkraan zorgt voor de regeling van de hoeveelheid circulerend water. Voordelen: -geen luchtlek (geen geurhinder, geen verontreinigingen) -kanalen moeten niet langs elkaar liggen -verschillende groepen kunnen parallel aangesloten worden -ook latente warmteterugwinning mogelijk door condensatie aan extractiezijde Nadelen: -extra kosten en accommodatie (expansievat, pomp, ) -pomp verbruikt energie -geen vochtterugwinning -laag rendement (35%) -extra energieverbruik door ventilatoren en motoren door de hogere systeemweerstand of misschien moeten zelfs deze componenten verzwaard worden 4.2.1 Koude zone Er bestaat de mogelijkheid om dit toe te passen, maar door het lage rendement en vooral het lage debiet is er voor gekozen om eerst de andere systemen te bekijken. Dit systeem is vooral nuttig indien de pulsatie en extractie ver uit elkaar staan. Dit is bij de koude zone nog overbrugbaar d.m.v. extra kanalenwerk. 4.2.2 Gecontroleerde zone In deze zone kan een kringloopverbinding zijn nut bewijzen, omdat de pulsatie en extractie ver uit elkaar staan. Er is ook geen probleem met enige luchtlek, zodat contaminatie van de pulsatielucht onmogelijk is. In dit geval moet enkel twee batterijen geplaatst worden met hiertussen een leidingnet (met pomp en regeling). Het probleem is dan de plaatsing van de batterijen, omdat er geen rekening gehouden is in de luchtbehandelingskasten. De meest voor de hand liggende oplossing is het plaatsen van de batterij op de plaats waar nu de filters zitten. De filters moeten dan naar voor gebracht worden in de schacht. Aangezien de schacht niet erg breed is, is het beter om de filters te laten zitten en de voorverwarmingsbatterijen te vervangen door de recuperatiebatterijen. Deze oplossing is mogelijk doordat er naverwarmingsbatterijen in het luchtkanaal voor elke zone genstalleerd zijn die voldoende vermogen hebben om deze kleine extra temperatuurdaling te overbruggen. Momenteel verwarmen de voorverwarmingsbatterijen de lucht op tot zon 18C. Met de recuperatiebatterijen zal dit ongeveer 0C zijn indien de buitenlucht lager is dan -10C, maar de naverwarming is gedimensioneerd van 10C tot 33C terwijl tijdens de metingen aan het licht kwam dat ze zijn ingesteld op zon 20C. Dus theoretisch gezien kan het zijn dat deze batterijen wel voldoende capaciteit hebben, maar het probleem is dat dit setpoint een momentopname is (meting) en dat deze instelling ontzettend veel gewijzigd wordt. Bij effectieve installatie van het recuperatiesysteem moet dan ook nog eens nagekeken worden of de capaciteit aan de noden voldoet of ze vervangen moeten worden. Dit vergt slechts een kleine investering. Een bijkomend probleem is de extractie. Theoretisch gezien zijn daar verschillende mogelijkheden, maar niet alles is praktisch haalbaar. Tunnel: de extractie gaat ondergronds naar de schouw. In deze koker een warmterecuperatiesysteem plaatsen is moeilijk door het kleine mangat en door de grote afstand (fig 3.11) Koker: de extractielucht komt door de koker naar buiten via het dak en wordt dan terug binnengenomen op de volgende verdieping (fig. 3.12) De enige minst complexe oplossing is uiteindelijk dat er een recuperatiesysteem genstalleerd wordt op het dak door deze in te bouwen in de koker. Aangezien het niet toegelaten is om het systeem stil te leggen voor verbouwingswerken (liefst uitgevoerd in vakantieperiodes) is het nodig om een bypass te bouwen over deze koker: Recuperatiebatterij in koker Luchtkanalen Plaats waar luchtkanaal uit dak komt Aansluitkanalen Leidingnet Kleppen Een bijkomende (complexe) oplossing is het onderzoeken van de mogelijkheid om de ovenbatterij te gebruiken of eventueel te vervangen door een grotere batterij die zowel kan dienen voor recuperatie als voor koeling van de oven. Het was niet mogelijk om dit nog bijkomend te onderzoeken voor dit eindwerk, aangezien dit een zeer grote invloed heeft op de bedrijfsvoering en de werking van de koeling van de oven. Lokaal: de extractie mondt uit in een groter lokaal vooraleer naar de tunnel te gaan. Het probleem is hier dat er al een warmtewisselaar (fig 3.14) aanwezig is om de oven te koelen, waardoor er weinig ruimte voor handen is. Zoals in fig 3.13 zichtbaar is, is er geen geleidelijke uitstroming en aangezien er maar 1,3 m plaats is, die dan nog gedeeltelijk ingenomen wordt door de batterij, is de luchtverdeling over de batterij minder goed. Zoals eerder aangehaald zou het wel mogelijk zijn om de warmtewisselaar van de oven te vervangen en zo te recupereren indien de oven niet in werking is. Wanneer de oven wel in werking is wordt er al recuperatie toegepast door de warmte via warmtewisselaars over te brengen naar het sanitair warm water. Aanvulling ovenrecuperatie 4.3 Warmtepijpen Bij dit systeem (recuperatief) draait het concept rond verdampen en condenseren. In bovenstaande figuur is het bovenste kanaal het pulsatiekanaal en het onderste het extractiekanaal, dit is noodzakelijk bij deze vorm van warmterecuperatie. De pijpen zijn capillaire buisjes die gevuld zijn met een koelmiddel dat exact afgestemd moet zijn op bepaalde grenzen van temperaturen van het systeem. De stof moet verdampen bij de extractietemperatuur en condenseren bij de pulsatietemperatuur. Het rendement van deze installatie bedraagt ongeveer een 50 60%. De relatief warme lucht afkomstig van de verschillende ruimtes stroomt over de pijpen en zal ervoor zorgen dat het koelmiddel warmte opneemt. Deze warmteopname heeft een verdamping van het koelmiddel tot gevolg waardoor deze stof naar boven getransporteerd wordt. Doordat aan deze zijde koude buitenlucht stroomt zal de stof zijn condensatiewarmte afgeven. Na de condensatie vloeit het medium langs de wand van het capillaire buisje terug naar beneden en wordt de hele cyclus (continu proces) herhaald. Voordelen: -relatief klein -geen bewegende delen -geen luchtlek Nadelen: -geen koeling mogelijk -geen vochtterugwinning -luchtstromen samenbrengen -beveiliging tegen bevriezing en overmatige warmteoverdracht (bypass) Dit systeem is tegenwoordig zo goed als van de markt verdwenen. Voor sommige specifieke toepassingen wordt het nog wel gebruikt, maar in de luchtbehandeling is het zo goed als volledig verdrongen door de goede rendementen van het warmtewiel en de (kruisstroom-)warmtewisselaars. Dankzij deze vooruitgang was het niet mogelijk om verschillende offertes te krijgen van meerdere constructeurs voor deze vorm van warmterecuperatie. Recuperatiesysteem Luchtkanalen Plaats waar luchtkanaal uit dak komt Aansluitkanalen Kleppen 4.4 Platenwisselaar In bovenstaande figuur is duidelijk dat de vereiste van dit systeem (recuperatief) het samenbrengen van de luchtstromen is. Dit is dan ook n van de enige vereisten en zorgen ervoor dat dit n van de eenvoudigste manieren van warmte recupereren is. Met deze recuperatievorm is het enkel mogelijk om voelbare warmte over te dragen, omdat er geen contact (bijvoorbeeld bij menging) of overgangen (bijvoorbeeld bij warmtewiel) zijn tussen de twee luchtstromen. Het principe rust op het overbrengen van warmte via een sterk warmtegeleidend materiaal (aluminium) en is vooral eenvoudig toepasbaar bij kleine luchthoeveelheden. Het rendement bedraagt ongeveer 55 65%. De buitenlucht stroomt langs n zijde, de extractielucht langs de andere zijde. Zoals in figuur 4.4 merkbaar is, zijn deze recuperatoren zo uitgevoerd dat de luchtstromen niet met elkaar in contact komen hoewel 0% lek bij deze vorm nooit gegarandeerd kan worden. Voordelen: -verwarmen en koelen is mogelijk -geen bewegende delen Nadelen: -luchtstromen samenbrengen -geen vochtterugwinning -relatief groot -beveiliging tegen bevriezing en overmatige warmteoverdracht (bypass) -100% lekvrij kan niet gegarandeerd worden, maar kan wel in grote mate beperkt worden door de extractie zuigend en de pulsatie persend op te stellen. 4.5 Warmtewiel Deze vorm van warmterecuperatie is momenteel een zeer hot item door het hoge rendement (circa 70-80%) en een bijkomend voordeel is dat er uitvoeringen bestaan die het mogelijk maken om vocht terug te winnen uit de extractielucht (regeneratieve warmtewielen met een hygroscopische absorptiemassa, ook wel absorptierotoren genoemd). De energie-inhoud van dit vocht is niet te verwaarlozen (zie figuur 4.7) en er zal minder droge lucht ingeblazen worden. Er kan ook gekozen worden voor een goedkoper warmtewiel zonder vochtterugwinning (recuperatieve warmtewielen). Een warmtewiel wordt zoals alle voorgaande warmterecuperatiesystemen zo genstalleerd dat er warmte kan overgedragen worden van de extractielucht naar de pulsatielucht. Het wiel draait met een bepaalde snelheid rond (veranderlijk d.m.v. frequentieregelaar om temperatuur te regelen: 1 tot 12 omwentelingen per minuut) en bestaat voornamelijk uit aluminium pijpjes. Door deze pijpjes zal de lucht stromen met onderaan bijvoorbeeld het pulsatiekanaal en bovenaan het extractiekanaal. Het aluminium zal dan in de bovenste helft van de draaicirkel warmte opnemen en in de onderste helft deze warmte terug afgeven. Doordat er in de overgangen de kans bestaat dat er zich nog lucht bevindt in de gaatjes van uit het andere kanaal, is het zeer goed mogelijk dat er lucht overgedragen worden van de ene zijde naar de andere zijde. Dit kan enigszins in grote mate beperkt worden indien aan volgende vereisten voldaan is: -pulsatieventilator vr het warmtewiel -extractieventilator na het warmtewiel -spoelzone (zone in warmtewiel die ervoor zorgt dat bij de overgang van de ene luchtstroom (extractielucht) naar de andere (pulsatielucht) er zo weinig mogelijk lucht meegenomen wordt) Pulsatiekanaal Extractiekanaal Voordelen: -verwarmen en koelen is mogelijk -hoog rendement (60 80% en in ideale omstandigheden zelfs 90%) en kan eenvoudig geregeld worden door een toerentalregeling op aandrijving -kleine drukval over het systeem (maar meestal wel groter dan bij de statische accumulator (zie 4.6)) -vochtrecuperatie mogelijk -zelfreinigingseffect (tegenstroomprincipe) Nadelen: -extra kost kleine motor en frequentieregelaar (zit meestal in kostprijs warmtewiel verwerkt) -extra verbruik kleine motor (is verwaarloosbaar laag) -luchtstromen samenbrengen -bewegende delen (onderhoud) -luchtlek -relatief groot 4.6 Statische accumulator Pulsatie Extractie Dit systeem bestaat uit twee warmteopnemende elementen (cassettes genoemd) bestaande uit aluminium (rood en blauw) en een kantelklep. Zoals in de schematische voorstelling van figuur 4.8 merkbaar is, stroomt de extractielucht over het aluminium, ook wel accumulator genoemd. Het aluminium zal de warmte die in de lucht zit opnemen tot deze temperaturen gelijk zijn. In de pulsatiestroom gebeurt op dat moment juist het omgekeerde. De buitenlucht is koud en zal warmte opnemen van het aluminium. De kantelklep zal ongeveer elke minuut kantelen en zorgen voor een stromingsverandering, waardoor het proces zich herhaalt en het aluminium dat juist warmte opgenomen heeft, deze nu terug zal afgeven en omgekeerd. Voordelen: -verwarmen en koelen is mogelijk -hoog rendement (tot 90%) -vochtrecuperatie mogelijk -kleine drukval over systeem Nadelen: -extra kost kleine motor -luchtstromen samenbrengen -groot -luchtlek -bewegende delen (onderhoud) -relatief hoge investeringskost Dit systeem is zoals de warmtepijpen zo goed als in onbruik geraakt. Het is nog wel te verkrijgen bij verschillende leveranciers, maar vanwege de goede rendementen en eigenschappen van warmtewielen en warmtewisselaars wegen de voordelen van deze systemen zwaarder door. De bewegende kantelklep is de grote boosdoener. Doordat deze lang moet meegaan is de klep nogal zwaar uitgevoerd en heeft men bijvoorbeeld hiervoor perslucht (en dus ook een bijkomend persluchtnet) nodig om deze telkens te laten kantelen. 4.7 Warmtepomp Een warmtepomp is gelijkaardig qua principe aan de kringloopverbinding (zie 4.2), met als voornaamste verschillen dat er een compressor in het systeem is opgenomen i.p.v. een pomp, een koelmiddel i.p.v. water-glycol en een smoorkraan. De bedoeling is ook hier om warmte te leveren. Er wordt een verdamper aangebracht in het extractiekanaal en een condensor in het pulsatiekanaal. Om de cyclus te sluiten zijn d.m.v. een leidingsysteem deze twee onderdelen verbonden met een compressor en smoorkraan zoals merkbaar is in figuur 4.8. Het koelmiddel (in gasfase) wordt aangezogen door de compressor en ondervindt hierdoor een drukverhoging met een hierop volgende temperatuursstijging. Dit koelmiddel geeft vervolgens zijn warmte af (condenseert) aan de lucht in de condensor en wordt dan terug in druk verlaagd door de smoorkraan. Het koelmiddel verkeert dan op lage temperatuur waardoor het gemakkelijk warmte kan opnemen uit de lucht in de verdamper, waarna de cyclus zich herhaalt. Dit systeem kan dus warmte op een relatief lage temperatuur omzetten naar warmte op hoge temperatuur. De COP of winstfactor van een warmtepomp = afgegeven warmte / geleverde arbeid door compressor. Deze waarde is een maat voor de efficintie (rendement) van een warmtepomp en maakt het mogelijk om warmtepompen beter te vergelijken. Voordelen: -geen luchtlek (geen geurhinder, geen verontreinigingen) -kanalen moeten niet langs elkaar liggen -verwarmen en koelen is mogelijk -luchtstromen -transformatie naar hoger energieniveau (betere energieoverdracht) Nadelen: -grote investeringskost -extra onderhoud (vergelijkbaar met koelmachine) -verbruik compressor = warmtepompvermogen/COP (dus van warmtevermogen bij een COP = 4) Voor de berekening van de verschillende warmterecuperatiesystemen: zie hoofdstuk 5 5 Kosten-batenanalyse 5.1 Doel Het doel van deze analyse bestaat uit het berekenen van terugverdientijden en interne rendementen die de realiteit zo veel mogelijk benaderen voor de verschillende systemen. Hierop exacte getallen kleven is onmogelijk, aangezien er voor verschillende factoren een veronderstelling gemaakt moest worden (weersomstandigheden, temperaturen, installatiekosten, ). Veel van deze factoren zijn wel opgemeten (temperaturen, debieten, opvoerhoogtes), maar deze zijn niet volledig constant en sommigen worden soms door personeel aangepast hoewel deze constant zouden moeten blijven. De database is zo opgesteld dat na het invoegen van de nodige gegevens, de berekening volledig uitgevoerd wordt. De bedoeling hiervan is dat, mits eventueel enkele kleine aanpassingen, de berekening ook gebruikt kan worden voor andere installaties en eventueel ook andere onderwerpen waarvan men ook de terugverdientijd en het interne rendement wil kennen. 5.2 Berekening 5.2.1 Database De volledige berekening is gebaseerd op een database van temperaturen en relatieve vochtigheid. Deze waarden zijn elk uur opgemeten van 02/07/2007 0:00u tot 01/07/2008 23:00u door de Katholieke Hogeschool Mechelen en gedeeltelijk door Janssen Pharmaceutica in Beerse. Aangezien de afstand tussen deze twee gemeentes en de gemeente Dessel relatief klein is, ben ik er vanuit gegaan dat deze gegevens ook voor Belgoprocess relevant zijn. Ik heb deze database aangepast en hoofdzakelijk aangevuld waar nodig, omdat sommige berekeningen voor mij niet van toepassing waren. Tabel 5.1 Gegevens Datum Tijd Temperatuur Relatieve vochtigheid 2/07/2007 0:00 18,1 78% 2/07/2007 1:00 17,0 81% 2/07/2007 2:00 16,3 85% 2/07/2007 3:00 16,6 86% 2/07/2007 4:00 16,9 83% 2/07/2007 5:00 16,8 83% 2/07/2007 6:00 16,8 82% 2/07/2007 7:00 16,8 82% 2/07/2007 8:00 17,2 80% 2/07/2007 9:00 17,6 77% 2/07/2007 10:00 18,5 72% 2/07/2007 11:00 19,1 68% 2/07/2007 12:00 18,1 74% 2/07/2007 13:00 17,3 81% Omwille van eenvoud ben ik eerst uitgegaan van de berekening via temperatuur. Op deze manier wordt het vermogen telkens bepaald d.m.v. het temperatuursverschil. Q = V.c..(tu-ti) Formule 5.1 Met: Q = vermogen (kW) V = luchtdebiet (m3/s) c = soortelijke warmte van lucht (1,008 kJ/kgK) = soortelijke massa van lucht (1,2 kg/m) tu = uitgaande temperatuur ti = ingaande temperatuur 5.2.1.1 Uitschakeling gebaseerd op uren Er is de mogelijkheid toegevoegd om te kiezen voor een uitschakeling gedurende een bepaald aantal uren per dag. Voorbeeld: stel de installatie wordt s nachts uitgeschakeld om energie te besparen en wordt s morgens om zeven uur ingeschakeld tot zeven uur s avonds. De berekening wordt dan enkel uitgevoerd voor de gegevens tussen deze uren. Tabel 5.2 Werkingsuren Opstartuur 7:00 Einduur 19:00 Deze gegevens dienen ingegeven te worden zoals in tabel 5.2 merkbaar is. In de berekening wordt de effectieve waarde van temperatuur en vochtigheid van uren die buiten de ingestelde zone liggen in de laatste twee kolommen van tabel 5.3 vervangen door de boodschap Buiten bereik. Tabel 5.3 Weergave Buiten bereik Datum Tijd Tempe-ratuur Relatieve vochtigheid Temp voor berekening Vocht voor berekening T afgerond V afgerond 2/07/2007 0:00 18,1 78% 18,1 0,8 Buiten bereik Buiten bereik 2/07/2007 1:00 17,0 81% 17,0 0,8 Buiten bereik Buiten bereik 2/07/2007 2:00 16,3 85% 16,3 0,9 Buiten bereik Buiten bereik 2/07/2007 3:00 16,6 86% 16,6 0,9 Buiten bereik Buiten bereik 2/07/2007 4:00 16,9 83% 16,9 0,8 Buiten bereik Buiten bereik 2/07/2007 5:00 16,8 83% 16,8 0,8 Buiten bereik Buiten bereik 2/07/2007 6:00 16,8 82% 16,8 0,8 Buiten bereik Buiten bereik 2/07/2007 7:00 16,8 82% 16,8 0,8 18,0 0,85 2/07/2007 8:00 17,2 80% 17,2 0,8 18,0 0,80 2/07/2007 9:00 17,6 77% 17,6 0,8 18,0 0,80 2/07/2007 10:00 18,5 72% 18,5 0,7 20,0 0,75 2/07/2007 11:00 19,1 68% 19,1 0,7 20,0 0,70 2/07/2007 12:00 18,1 74% 18,1 0,7 20,0 0,75 2/07/2007 13:00 17,3 81% 17,3 0,8 18,0 0,85 2/07/2007 14:00 18,6 74% 18,6 0,7 20,0 0,75 2/07/2007 15:00 18,1 71% 18,1 0,7 20,0 0,75 2/07/2007 16:00 19,5 67% 19,5 0,7 20,0 0,70 2/07/2007 17:00 19,0 71% 19,0 0,7 20,0 0,75 2/07/2007 18:00 20,0 68% 20,0 0,7 20,0 0,70 2/07/2007 19:00 20,5 65% 20,5 0,7 22,0 0,65 2/07/2007 20:00 20,3 64% 20,3 0,6 Buiten bereik Buiten bereik 2/07/2007 21:00 18,1 70% 18,1 0,7 Buiten bereik Buiten bereik 2/07/2007 22:00 16,9 73% 16,9 0,7 Buiten bereik Buiten bereik 2/07/2007 23:00 16,1 74% 16,1 0,7 Buiten bereik Buiten bereik 5.2.1.2 Uitschakeling gebaseerd op dagen Een bijkomende optie is het ingeven van twee datums waartussen het stookseizoen ligt. Het komt nogal dikwijls voor dat volledige verwarmingssystemen uitgeschakeld worden buiten de koude periode. Dit gaat gepaard met lagere kosten, want het zou kunnen dat bijvoorbeeld op een iets koudere zomerdag de verwarmingsinstallatie in werking zou treden, wat in de meeste gevallen niet gewenst is. Bij Belgoprocess schakelt men de installatie in op 15 september en terug uit op 15 mei (=stookseizoen). Men kan dus kiezen voor Ja of Nee. Indien Ja gekozen is moeten de twee cellen met witte achtergrond ingevuld worden met de datums wanneer het systeem terug ingeschakeld (15/09/2007) respectievelijk uitgeschakeld (15/05/2008) wordt. Tabel 5.4 Uitschakeling: Nee Uitschakeling in zomer: Nee 0/01/1900 tot en met 14/09/2007 16/05/2008 tot en met 0/01/1900 Tabel 5.5 Uitschakeling: Ja Uitschakeling in zomer: Ja 2/07/2007 tot en met 15/09/2007 15/05/2008 tot en met 1/07/2008 Bij deze keuze zal de database opnieuw berekend worden en de waarden die buiten het stookseizoen liggen zullen gewijzigd worden in Geen waarden. Tabel 5.6 Database bij overgang naar stookseizoen Datum Tijd Tempe-ratuur Relatieve vochtigheid Temp voor berekening Vocht voor berekening T afgerond V afgerond 14/09/2007 20:00 18,1 69% geen waarde geen waarde geen waarde geen waarde 14/09/2007 21:00 18,1 69% geen waarde geen waarde geen waarde geen waarde 14/09/2007 22:00 18,1 69% geen waarde geen waarde geen waarde geen waarde 14/09/2007 23:00 18,1 69% 18,1 0,7 19,0 0,70 15/09/2007 0:00 18,1 69% 18,1 0,7 19,0 0,70 15/09/2007 1:00 14,5 82% 14,5 0,8 15,0 0,85 15/09/2007 2:00 14,5 82% 14,5 0,8 15,0 0,85 15/09/2007 3:00 14,5 82% 14,5 0,8 15,0 0,85 15/09/2007 4:00 13,5 86% 13,5 0,9 14,0 0,90 5.2.2 Frequentie Aanvankelijk ben ik begonnen met het bekijken in welke mate het mogelijk was om een frequentietabel op te stellen. Deze tabel stelt het aantal uren voor dat een bepaalde temperatuur voorkwam in deze tijdsperiode met een bepaalde relatieve vochtigheid. Dit was al gedeeltelijk gebeurd in de oorspronkelijke database, maar daar was blijkbaar een foutje in geslopen zodat enkel zeer lage temperaturen niet zichtbaar waren in deze tabel. Om de gegevens gemakkelijker en voornamelijk op een overzichtelijke wijze te gebruiken was het nodig om de temperaturen en relatieve vochtigheid af te ronden en dan ook gebruik te maken van klassen. De nauwkeurigheid van de metingen bedraagt voor de temperatuur 0,1C en voor de relatieve vochtigheid 1%. De temperaturen worden afgerond naar boven tot op het dichtstbijzijnde veelvoud van 2 en de relatieve vochtigheid tot op een veelvoud van 5% (zie tabel 5.2 en 5.3). Door deze afronding toe te passen is het noodzakelijk om te werken met klassen. Bijvoorbeeld voor de klasse ]18;20]: hierin zitten alle waarden tussen 18 en 20, zonder 18 en met 20. Verklaring: alle waarden tussen 18 en 20 worden afgerond naar het bovenliggende veelvoud van 2 namelijk 20. Dit is ook het geval voor 20 zelf, maar niet voor 18 (18 is zelf een veelvoud van 2). Dit geldt ook voor de relatieve vochtigheden, zo wordt bijvoorbeeld 78% afgerond naar 80%. De klasse wordt dan ]75;80]. Tabel 5.7 Afronding Temp voor berekening Vocht voor berekening T afgerond V afgerond 18,1 0,8 20,0 0,80 17,0 0,8 18,0 0,85 16,3 0,9 18,0 0,85 16,6 0,9 18,0 0,90 16,9 0,8 18,0 0,85 16,8 0,8 18,0 0,85 16,8 0,8 18,0 0,85 16,8 0,8 18,0 0,85 17,2 0,8 18,0 0,80 17,6 0,8 18,0 0,80 18,5 0,7 20,0 0,75 19,1 0,7 20,0 0,70 18,1 0,7 20,0 0,75 17,3 0,8 18,0 0,85 Tabel 5.8 Keuze voor afronding Afronding naar boven tot het dichtstbijzijnde veelvoud van: 2 Afronding naar boven tot het dichtstbijzijnde veelvoud van: 5 (in %) Na deze afronding zijn de twee kolommen (temperatuur en relatieve vochtigheid) gesorteerd, maar dit dient enkel ter controle van het aantal uren dat een bepaalde temperatuur voorkomt bij een bepaalde vochtigheid. Tabel 5.9 Oplopend gesorteerd T afgerond en gesorteerd V afgerond en gesorteerd -6,0 0,90 -6,0 0,90 -6,0 0,90 -6,0 0,90 -6,0 0,90 -6,0 0,95 -4,0 0,90 -4,0 0,90 -4,0 0,90 -4,0 0,90 -4,0 0,90 -4,0 0,90 -4,0 0,95 -4,0 0,95 -4,0 0,95 -4,0 0,95 -4,0 0,95 -4,0 0,95 -4,0 0,95 Het was mogelijk om de uiteindelijke tabel op te stellen d.m.v. een draaitabel, maar dit was om moeilijkheden vragen aangezien het aantal kolommen en het aantal rijen afhankelijk is van het aantal gegevens. Bijvoorbeeld de temperaturen -11C, -9C, 35C en 37C worden in de tabel weergegeven, terwijl dit niet zo is in een draaitabel, want bij deze temperaturen horen geen waarden bij. Er is hier dus bewust niet voor gekozen, aangezien er zo de mogelijkheid bestaat om op eenvoudige wijze een langere database in te voegen en gebruik te maken van exactere gegevens die niet gebaseerd zijn op n jaar maar op meerdere jaren. Bijvoorbeeld -11C kan wel voorkomen, maar is in mijn database niet van toepassing. Zou de database verlengd worden, dan zullen er plots n of meerdere kolommen in de database bijkomen en moet er overal in de berekening een extra rij (vanwege transformatie naar temperaturen met het aantal uren zie verder) ingevoegd worden. Bovenstaande tabellen moeten naast elkaar bekeken worden. Het geeft de verschillende klassenmiddens van temperaturen weer en het klassenbegin, klasseneinde en klassenmidden van de relatieve vochtigheid. In de tabel zelf worden de uren weergegeven. Bijvoorbeeld: 13C en RV 77,5% is 113 uren voorgekomen. De berekening is gebaseerd op de Excel-functie DBAANTALC(). Deze functie zoekt in een opgegeven database (in dit geval de kolom T afgerond en V afgerond) de waarden die gevraagd worden en geeft weer hoeveel keer dit voorkwam. Het nadeel aan deze werkwijze is de nodige ruimte om de te zoeken waarden in te geven (zie tabel 5.7). De blauwe waarden zijn deze voor de berekening van het aantal uren in de cel met blauwe kader (zie tabel 5.5). Merk op dat er gezocht wordt in de database naar de klasseneinden voor temperatuur en relatieve vochtigheid. Tabel 5.12 Waarden voor DBAANTALC() V afgerond T afgerond V afgerond T afgerond 1,00 -10 1 -8 V afgerond T afgerond V afgerond T afgerond 0,95 -10 0,95 -8 V afgerond T afgerond V afgerond T afgerond 0,90 -10 0,90 -8 D.m.v. voorwaardelijke opmaak is duidelijk merkbaar waar in de tabel de hoogst frequente luchttoestanden aanwezig zijn. In dit geval ligt dit rond de 7 9C en een RV van ongeveer 80%. Dit is ook te merken in volgende grafiek: Met deze tabel is het mogelijk om een hele kosten-batenanalyse op te stellen, maar de vraag was of dit correct is, want de volledige berekening kan ook gebaseerd worden op enthalpie i.p.v. temperatuur. Het voordeel van deze enthalpieberekening is dat ook de latente warmte in rekening gebracht wordt (zie fig 4.). De benodigde formules: h=1,008.t+2500.x+1,926.x.t Formule 5.2 xv=0,622.pv1013-pv Formule 5.3 RV%=xxv.100% Formule 5.4 Eerst wordt, d.m.v. de temperatuur, de verzadigingsdruk uit de verzadigingstabel gehaald (tabel 5.10) met de functie VERT.ZOEKEN(). Tabel 5.15 Verzadigingstabel tv (C) pv (mbar) -20 1,03 2 7,06 24 29,83 -19 1,14 3 7,58 25 31,67 -18 1,25 4 8,13 26 33,61 -17 1,37 5 8,72 27 35,65 -16 1,51 6 9,35 28 37,80 -15 1,65 7 10,01 29 40,06 -14 1,81 8 10,72 30 42,43 -13 1,98 9 11,47 31 44,93 -12 2,17 10 12,27 32 47,55 -11 2,38 11 13,12 33 50,31 -10 2,60 12 14,02 34 53,20 -9 2,84 13 14,97 35 56,24 -8 3,10 14 15,98 36 59,42 -7 3,38 15 17,04 37 62,76 -6 3,69 16 18,17 38 66,26 -5 4,02 17 19,37 39 69,93 -4 4,37 18 20,63 40 73,78 -3 4,76 19 21,96 41 77,80 -2 5,17 20 23,37 42 82,02 -1 5,62 21 24,86 43 86,42 0 6,11 22 26,43 44 91,03 1 6,57 23 28,09 45 95,80 De verzadigingsdruk is de evenwichtsdruk bij een bepaalde temperatuur van een hoeveelheid water en waterdamp bij condensatie/verdamping. Indien deze druk gekend is, is het mogelijk de absolute vochtigheid te bepalen met formule 5.3 en 5.4, want de relatieve vochtigheid is ook telkens gegeven in de enthalpietabel. Nu x en t gekend zijn kan de enthalpie bepaald worden d.m.v. formule 5.2. In het bestand Berekeningen_warmterecuperatie is ook een tabel voor de absolute vochtigheid weergegeven, maar deze zit in principe al verwerkt in de enthalpietabel, want is enkel gebaseerd op de formules 5.3 en 5.4. 5.2.3 Vermogenberekening De volgende stap is de berekening van de verschillende vermogens die uit de warmtewisselaars gehaald kunnen worden voor de koude en de warme zone. Dit is gebeurd voor alle mogelijke warmterecuperatiesystemen waarvan ik offertes heb kunnen bemachtigen. Tabel 5.16 Gegevens offerte warmtewisselaar (koude zone) GEA CAIRplus SX 160,160IVBV Klima PW Recuterm (Plate heat exchanger) Aankoopprijs warmtewisselaar 13.172,57 15.220,00 12.062,00 Aantal warmtewisselaars nodig 1 1 1 Totale aankoopprijs warmtewisselaar 13.172,57 15.220,00 12.062,00 Vast rendement (ruwe berekening) 60,00% 78,20% 64,10% In bovenstaande tabel zijn de relevante gegevens voor de berekening van de kostprijs weergegeven. Het gaat hier om de aankoopprijs van het systeem zelf, het aantal warmtewisselaars die nodig zijn, de totale aankoopprijs (= aantal x kostprijs van n warmtewisselaar) en het rendement. Let op dat de prijzen hier enkel de aankoopprijs is en er dus nog geen rekening gehouden werd met de installatiekosten! Het aantal warmtewisselaars kan meer dan n zijn, omdat het mogelijk is om een debiet op te splitsen over meerdere systemen. Zo kan bijvoorbeeld een debiet van 50000 m/h opgedeeld worden in twee luchtstromen van 25000 m/h met dan warmtewisselaars die elk dit debiet aankunnen. Dit kan handig zijn indien de constructeur geen warmtewisselaars aanbiedt die een debiet van 50000 m/h aankunnen, maar wel een interessant voorstel kan doen voor twee kleinere warmtewisselaars. Het exacte rendement van een warmtewisselaar te weten komen, is helaas een probleem. En van de redenen hiervoor is dat de ren dementen op de offertes altijd groter zijn dan het rendement na installatie, omdat het moeilijk is om de ideale situatie te benaderen. Zo moeten de ventilatoren bijvoorbeeld zuigend aan het systeem worden opgesteld. Dit wil zeggen dat de ventilatoren aan de pulsatie en de extractie telkens na het systeem moeten geplaatst worden, zodat zij de lucht erdoor zuigen. Om de ideale situatie nog meer te benaderen moet het systeem zo veel mogelijk gebruikt worden in de omstandigheden waarvoor het ontworpen is. Indien de temperaturen of het debiet sterk verschillen van de ontwerpvoorwaarden, zal het vermogen dat overgebracht wordt ook sterk verschillen. Een bijkomende reden is dat er dikwijls n rendement wordt opgegeven, maar dit rendement is afhankelijk van de temperatuur. =A-AB-A=thermisch rendement Formule 5.5 Met: A = buitenluchttemperatuur A = temperatuur van de pulsatielucht n de warmtewisselaar B = temperatuur van de extractielucht vr de warmtewisselaar B = temperatuur van de extractielucht n de warmtewisselaar In deze formule is telkens de buitentemperatuur en de extractietemperatuur (koude zone: 21C; warme zone: 26C) gekend. Er is voor gekozen om met een vast rendement te werken indien er slechts n gekend is. Er is in deze berekening voor gekozen om toch de rendementen aan te houden van de constructeurs, omdat er niet met zekerheid gezegd kan worden wat het effectieve rendement op de installatie van Belgoprocess zou zijn. Dus door het aanhouden van deze rendementen zal achteraf toch een keuze gemaakt kunnen worden uit de meest rendabele systemen. Tabel 5.17 Berekening Klima PW Klima PW Vast of exact rendement: Vast temp A (C) Rendement temp A (C) Vermogenoverdracht (kW) temp B (C) Rendement (invullen) -11 78,2% 14,0 130,2 1,1 0,0% -9 78,2% 14,5 122,1 2,3 0,0% -7 78,2% 14,9 114,0 3,6 0,0% -5 78,2% 15,3 105,8 4,8 0,0% -3 78,2% 15,8 97,7 6,1 0,0% -1 78,2% 16,2 89,5 7,3 0,0% 1 78,2% 16,6 81,4 8,5 0,0% 3 78,2% 17,1 73,3 9,8 0,0% 5 78,2% 17,5 65,1 11,0 0,0% 7 78,2% 17,9 57,0 12,3 0,0% 9 78,2% 18,4 48,8 13,5 0,0% 11 78,2% 18,8 40,7 14,8 0,0% 13 78,2% 19,3 32,6 16,0 0,0% 15 78,2% 19,7 24,4 17,3 0,0% 17 78,2% 20,1 16,3 18,5 0,0% 19 78,2% 20,6 8,1 19,8 0,0% 21 0,0% 21,0 0,0 21,0 0,0% 23 0,0% 23,0 0,0 21,0 0,0% 25 0,0% 25,0 0,0 21,0 0,0% 27 0,0% 27,0 0,0 21,0 0,0% 29 0,0% 29,0 0,0 21,0 0,0% 31 0,0% 31,0 0,0 21,0 0,0% 33 0,0% 33,0 0,0 21,0 0,0% 35 0,0% 35,0 0,0 21,0 0,0% 37 0,0% 37,0 0,0 21,0 0,0% Bij een bepaalde constructeur was het mogelijk om het rendement zelf te berekenen voor elke temperatuur en zelfs debieten, waardoor het mogelijk was om dit in te voegen als exact rendement zoals in tabel 5.12 merkbaar is. Tabel 5.18 Berekening Recuterm Plate heat exchanger Recuterm (Plate heat exchanger) Vast of exact rendement: Exact temp A (C) Rendement temp A (C) Vermogenoverdracht (kW) temp B (C) Rendement (invullen) -11 67,90% 10,7 113,1 3,7 67,9% -9 67,20% 11,2 104,9 4,9 67,2% -7 66,60% 11,6 97,1 6,1 66,6% -5 66,00% 12,2 89,3 7,3 66,0% -3 65,40% 12,7 81,7 8,5 65,4% -1 65,00% 13,3 74,4 9,6 65,0% 1 64,60% 13,9 67,2 10,7 64,6% 3 64,40% 14,6 60,3 11,8 64,4% 5 64,20% 15,3 53,5 12,8 64,2% 7 64,10% 16,0 46,7 13,9 64,1% 9 64,10% 16,7 40,0 14,9 64,1% 11 64,00% 17,4 33,3 15,9 64,0% 13 64,00% 18,1 26,6 16,9 64,0% 15 64,00% 18,8 20,0 17,9 64,0% 17 63,90% 19,6 13,3 19,0 63,9% 19 63,90% 20,3 6,7 20,0 63,9% 21 0,00% 21,0 0,0 21,0 0,0% 23 0,00% 23,0 0,0 21,0 0,0% 25 0,00% 25,0 0,0 21,0 0,0% 27 0,00% 27,0 0,0 21,0 0,0% 29 0,00% 29,0 0,0 21,0 0,0% 31 0,00% 31,0 0,0 21,0 0,0% 33 0,00% 33,0 0,0 21,0 0,0% 35 0,00% 35,0 0,0 21,0 0,0% 37 0,00% 37,0 0,0 21,0 0,0% In de kolom Vermogenoverdracht is het vermogen weergegeven dat overgedragen wordt door de warmtewisselaar. Dit is berekend d.m.v. temp A en temp A op volgende manier: Vermogen (kW)=pulsatiedebiet*soortelijke massa lucht*soortelijke warmte lucht*A-A Formule 5.6 Met: soortelijke massa lucht = 1,2 kg/m soortelijke warmte lucht = 1,008 kJ/kgK koude zone: debiet = 15490/3600 m/s = 4,30 m/s warme zone: debiet = 75000/3600 m/s = 20,83 m/s Temperatuur B is dan omgekeerd berekend aan de hand van het vermogen en de gekende temperatuur B: Vermogen (kW)=extractiedebiet*soortelijke massa lucht*soortelijke warmte lucht*B-B Formule 5.7 Deze gegevens worden berekend voor verschillende warmtewisselaars en warmtewielen in beide zones en in de gecontroleerde zone ook voor een kringloopverbinding. Deze kringloopverbinding is vanwege het lage rendement niet nuttig om te berekenen in de koude zone aangezien het sowieso rendabeler zal zijn om een ander systeem te plaatsen. In de gecontroleerde zone is dit wel nodig aangezien dit n van de weinige oplossingen is zoals later behandeld zal worden in dit hoofdstuk. 5.2.4 Algemeen Nu de vermogens bekend zijn, is het mogelijk om eens te bepalen wat er bespaard kan worden aan verbruik met een warmtewisselaar met een rendement van 60%. Hiervoor is het nodig het momentele verbruik te kennen. Dit is in volgende tabel gegoten: Tabel 5.19 Algemene berekening In deze tabel is merkbaar dat de energiekost voor Belgoprocess ruim 100.000 EUR bedraagt en hiervan een 90% terug te winnen is door energierecuperatie bij een rendement van 60%. Waarom er meer dan 60% terug te verdienen is te verklaren door de hogere extractietemperatuur. De vermogenkolom is berekend met de formule 5.6, maar met als temperatuursverschil het verschil tussen de gewenste pulsatietemperatuur en de buitenluchttemperatuur. Er is een opsplitsing gemaakt tussen voorverwarmen en naverwarmen voor koude en warme zone, omdat er voorverwarmd wordt tot zon 10C en dan naverwarmd tot ongeveer 20C. Deze opsplitsing is in principe niet nodig, aangezien ook gewerkt kan worden met het volledige temperatuursverschil. Dit is het vermogen dat nodig is om de lucht op te warmen van de buitenluchttemperatuur tot de gewenste temperatuur. De energiekolom is dan de vermogenkolom vermenigvuldigd met het aantal uren deze toestand voorkomt per jaar. Als dit vermenigvuldigd wordt met de kostprijs (EUR/kWh) dan is duidelijk hoeveel het Belgoprocess jaarlijks kost voor verwarming (105.751 EUR). De besparingskolom is de opbrengst die per zone opgewekt wordt door de warmtewisselaar. Opbrengst=vermogenzie tabel 5.12.aantal uren.kostprijs stoom Algemeen wordt in deze berekening, maar ook in de andere volgende berekeningen, rekening gehouden met het feit dat als er een bepaalde temperatuur niet voorkwam (zoals -11C) hier ook geen rekening mee dient gehouden te worden. En als de buitentemperatuur hoger is dan de gewenste temperatuur binnen is er ook geen vermogen dat toegevoegd dient te worden en zijn er geen kosten. 5.2.5 Verschillende recuperatiesystemen Voor elke zone en elke warmtewisselaar dienen volgende gegevens ingegeven te worden zoals merkbaar is in tabel 5.20. Tabel 5.20 Gegevens voor berekening per systeem GEA CAIRplus SX 160,160IVBV Klima PW Recuterm (Plate heat exchanger) Drukverlies pulsatie (Pa): 330 151 137 Drukverlies extractie (Pa): 340 219 148 Aantal ventilatoren waarop drukverlies effect heeft (pulsatie) 2 2 2 Aantal ventilatoren waarop drukverlies effect heeft (extractie) 2 2 2 Totaal te overwinnen drukverlies pulsatie (Pa) 660 302 274 Totaal te overwinnen drukverlies extractie (Pa) 680 438 296 Drukval over extra benodigd kanalenwerk (Pa) Rendementen: VP115,125 84,0% 84% 84% MO115,125 87,0% 87% 87% VE131,141 75,0% 75% 75% MO131,141 87,0% 87% 87% Besparing door warmtewisselaar: 11.380 14.832 5.666 Extra vermogen om drukverlies op te vangen (kW): 9,52 5,40 4,06 Kost om drukverlies op te vangen: 4.106 2.332 1.754 Totale besparing = besparing extra kosten 7.273 12.500 3.912 Deze tabel is opgebouwd uit gegevens i.v.m. drukverliezen en rendementen. Drukverliezen zorgen voor een vermogenverlies. Indien er een extra weerstand ingebouwd wordt in het kanaal, dan zullen de ventilatoren dit compenseren door extra opvoerhoogte. Dit extra vermogen is afhankelijk van het drukverlies en het debiet en wordt weergegeven d.m.v. volgende formule: P=p.q Formule 5.8 Met: P = Vermogen (W) p = drukverlies (Pa) q = debiet (m/s) Maar aangezien de ventilatoren extra vermogen moeten leveren is het nodig eens te kijken of deze dat nog aankunnen. Dit is eenvoudig geschetst (zie bijlage), waarbij de opsplitsing gemaakt wordt tussen de verschillende zones. 5.2.5.1 Koude zone 5.2.5.2 Warme zone 5.3 Terugverdientijd en intern rendement Tabel 5.20 Investeringsgegevens Investering 13.172,57 EUR Installatiekosten 70.000,00 EUR Levensduur 15 jaar Netto besparing per jaar over looptijd 9.889,60 EUR Restwaarde 0,00 EUR Afschrijvingstermijn 5,0 jaar Vennootschapsbelasting 33,99% Investeringsaftrek 15,5% Mogelijke installatiekost 11.116,72 EUR Hierboven zijn de verschillende gegevens merkbaar die ingegeven dienen te worden om automatisch het intern rendement en de terugverdientijd te berekenen. Investering: kostprijs van de investering zonder al de kosten die gemaakt dienen te worden om de investering te installeren (=aankoopkost) Installatiekosten: kosten die gemaakt dienen te worden om de investering te installeren Levensduur: geschatte tijd dat dit product gaat functioneren. Dit is in praktijk moeilijk te definiren, omdat het een voorspelling is. Soms zal men ook een installatie of een onderdeel hiervan vroegtijdig vervangen, omdat er bijvoorbeeld ondertussen zuinigere systemen op de markt zijn. Netto besparing per jaar over looptijd: totale besparing over een jaar die teweeggebracht wordt door de investering. In dit geval is dit de besparing in energiekosten door het recuperatiesysteem waarbij de extra (andere) energiekosten afgetrokken zijn. In dit geval is dit voornamelijk de extra drukval die overwonnen moet worden door de ventilatoren, waardoor deze meer energie uit het net zullen trekken. Restwaarde: waarde van de investering na gebruik. Deze is positief indien men het product nog kan verkopen, maar kan ook negatief zijn indien men kosten moet maken om het product naar het containerpark te brengen, In de warme zone zou in sommige gevallen de kosten hoog kunnen oplopen doordat er gecontroleerd moet worden op enige contaminatie en eventueel de verwerking van het product. Dit is niet van toepassing op het systeem dat hier behandeld wordt, want het is enkel mogelijk om het recuperatiesysteem in de extractie te plaatsen na de filters. Afschrijvingstermijn: aantal jaren waarover de kosten van de investering gespreid worden. Vennootschapsbelasting: belasting die geheven wordt op de winst van een onderneming. Het basisbedrag bedraagt volgens de Belgische Federale Overheidsdiensten (2009) 33,99%. Investeringsaftrek: dit is een korting die verkrijgbaar is op de belastingen in geval van bepaalde investeringen, bijvoorbeeld voor energiebesparende maatregelen zoals hier het geval is. Mogelijke installatiekost: deze installatiekost is mogelijk om nog juist een IRR van 15% te halen. Dit wordt niet automatisch berekend, maar is mogelijk via de functie doelzoeken in Excel. 5.4 Warmterecuperatiesystemen Besluit Literatuurlijst Leijten, J.L., Kurvers, S.R. (2007). Praktijkgids arbeidshygine: Binnenklimaat kantoorgebouwen. Alphen aan den Rijn: Kluwer. Eindwerken: Beyers, K. (2004). Ontwerp van een HVAC-installatie voor kantoorgebouwen. Onuitgegeven verhandeling, Katholieke Hogeschool Kempen, Industrieel Ingenieur en Biotechniek Geel. Gevonden op 2/2/2010 op https://doks2.khk.be/eindwerk/do/record/Get?dispatch=viewrecordId=SKHK413ebf17fb06726200fb06bc8f9e158c Alen, P. (2009). Energiebesparingen in HVAC: Integratie warmtepomp en koelwaterrecuperatie voor verwarming. Onuitgegeven verhandeling, Katholieke Hogeschool Kempen, Industrile en biowetenschappen Geel. Gevonden op 17/8/2009 op https://doks2.khk.be/eindwerk/do/record/Get?dispatch=viewrecordId=SKHKff8080811dcec504011dcece48d204ce Cursussen: Ver Elst, J., (2009). Luchtbehandeling. Onuitgegeven notas bij een cursus voor het derde jaar bachelor in de industrile wetenschappen Elektromechanica, Katholieke Hogeschool Kempen, Departement IBT Geel. Ver Elst, J., (2009). Toegepaste Mechanica Aanvullingen. Onuitgegeven notas bij een cursus voor het derde jaar bachelor in de industrile wetenschappen Elektromechanica, Katholieke Hogeschool Kempen, Departement IBT Geel.

Friday, December 20, 2019

Analysis Of A Valediction Forbidding Mourning

[Felicia Johnson] [Literature 1102] [05/04/2016] An Analysis of â€Å"A Valediction: Forbidding Mourning All relationships must withstand the test of time and distance. When separating, a couple will experience both physical and emotional anguish. Soulmates are said to experience a love with a deeper connection. In this complex yet completely romantic poem, A Valediction: Forbidding Mourning, John Donne employs conceit, symbolism, and tone to poetically paint a picture of the true love that exist between a man and his wife. John Donne was born on January22, 1572 to a Catholic family in England. (John Donne Biography) In his twenties Donne spent a lot of money on women, books and traveling. ( John Donne Biography) In 1601 Donne became a member of Parliament and married Anne More. ( John Donne Biography) Neither of the families approved of this union, and as a result Donne was imprisoned for a while.( John Donne Biography) The couple experienced financial difficulty for 8 years until Donne was payed a proper dowry.( John Donne Biography) John Donne renounced his religion and became ro yal Chaplin in 1615. It was then that the world would have a taste of the things that would later make him famous ( John Donne Biography). He was known for the eloquent sermons that made great use of his famous and elaborate metaphors. Donne fathered twelve children. Donne s wife Anne died while giving birth to their twelfth child ( John Donne Biography). HeShow MoreRelatedAnalysis Of A Valediction : Forbidding Mourning737 Words   |  3 PagesA Valediction: Forbidding Mourning is one of those stories that the reader needs to pay close attention to because of how many messages it points out to those who always feel the need to have their relationship out in the open. The writer has a lot of valid points on how to keep a healthy relationship and not to worry about him while he is gone because it simply proves that they have a stronger relationship because they don’t show any pda. From earlier, like it was mentioned with the main messagesRead MoreAnalysis of A Valediction Forb idding Mourning by John Donne Essay832 Words   |  4 PagesAnalysis of A Valediction Forbidding Mourning by John Donne In A Valediction: Forbidding Mourning, John Donne uses many metaphors and images to convince his lover that even though they are going to be apart, their love will remain untainted. The prefix un- meaning to do the opposite of or is also used to reverse the meaning of a word. The definition of tainted is to be contaminated or to be touched or affected slightly with something bad. In short, untainted means to remain the same withoutRead MoreA Valediction : Forbidding Mourning1178 Words   |  5 PagesWhat is love? ( An analysis of the messages from A Valediction: Forbidding Mourning ) What is the definition of love? Importantly, what comprises love? One can speculate on what it means to be in love; though, often it takes the actual experience to know. While, there are many theories on what true love is, and how one knows their love is pristine. No one elaborates better on what true love is than John Donne. A Valediction: Forbidding Mourning by John Donne expresses what true love consistsRead MoreJohn Donne Speech732 Words   |  3 PagesMourning in The Morning (Three Messages from A Valediction: Forbidding Mourning) â€Å"Love is the most powerful emotion a human being can experience.† this quote is by Adrian Catron from the Huffington Post. This quote helps us understand how powerful love really is. It is an emotion that can a person go mad or be in perpetual happiness. In the case of John Donne he is a small amount of both crazy and happy. Vincent Hanley states in the article Poetry of John Donne, â€Å"One-sided love is not love at allRead MoreLove in HJohn Donne ´s A Valediction Forbidding Mourning and Andrew Marvell ´s To His Coy Mistress838 Words   |  4 Pagesregards to the differential between personalities and the world you of the author in question. Accordingly, the following analysis will be concentric upon discussing and analyzing the approach and understanding of love that two specific poets exhibit within their respective work. The first of these poets that will be analyzed is John Donne in his poem â€Å"A valediction forbidding Mourning†. Likewise, the sec ond which will be analyzed is Andrew Marvell’s â€Å"To His Coy Mistress†. Even though these two pointsRead MoreJohn Donne s Valediction : Forbidding Mourning1763 Words   |  8 Pagesresult in failure, with an eventual lack of love leading to a broken ending. This belief has largely existed throughout history, with multiple unions dissolved due to one spouse physically departing from the other. However, in John Donne’s Valediction: Forbidding Mourning, Donne presents a speaker in 1612 giving a farewell address to his lover to soothe her worries, emphasizing that the strength of their bond will not deteriorate despite their physical separation. Throughout the poem, Donne uses multipleRead MoreJohn Donne : A Medieval Man But A Metaphysical Poet2279 Words   |  10 Pagesthe most discussed and most analyzed. The term metaphysical developed from John Dryden describing Donne’s work as â€Å"[affecting] the metaphysics, not only in his satires, but in his a morous verses, where nature should only reign†(Dryden). After this analysis of Donne’s work, others such as Samuel Johnson began to use metaphysical when describing not only Donne’s poetry, but also the other poetry from this period, which was written similarly. According to The Oxford English Dictionary, metaphysicalRead MoreJohn Donne And Cecile Day Lewis1088 Words   |  5 Pagespoet’s era and life experiences that dictate how he/she represents love. Thomas Wyatt, John Donne and Cecile Day Lewis are good examples of how life experiences can determine the poets’ divergence of traditional courtly and pastoral love. An abreast analysis of the above poets’ lives and their works allow us to draw parallels between their life experiences and their subversions of conventions of love. Thomas Wyatt’s subversion of courtly love was influenced by his intimate relation with the women. SirRead Morethatcher4803 Words   |  20 Pagesï » ¿1. G. M. Hopkins, â€Å"The Windhover†, â€Å"I wake and feel the fell of dark†¦Ã¢â‚¬  2. William Shakespeare, Sonnets 1-7 3. John Donne, â€Å"Valediction Forbidding Mourning†, â€Å"The Flea†, â€Å"Hymn to God, My God in my Sickness† 4. George Herbert, â€Å"The Collar†, â€Å"The Altar†, â€Å"Love III† 5. Andrew Marvell, â€Å"To his Coy Mistress† 6. T.S. Eliot, â€Å"The Love Song of J. Alfred Prufrock†, â€Å"Journey of the Magi† 2. Poems for individual reading: 1. William Shakespeare Sonnet 73 (â€Å"That time of year†¦Ã¢â‚¬ ) 2. John Donne, â€Å"HolyRead MoreEnglish Lit 13021282 Words   |  6 Pageswould like to convey with these Trifles? What specifically in or about the work makes you think so? 5. Is there anything interesting you noticed in your reading this time that I did not address in my questions? Homework 4 1. Do a brief character analysis of each of the major characters in Antigone. What are their motives, their strengths, their weaknesses? How are they vital to the plot? (length as needed) 2. What is the primary conflict in Antigone? How is it developed? How is it †resolved†?

Thursday, December 12, 2019

Madame Bovary Emmas Relationships with Herself Essay Example For Students

Madame Bovary Emmas Relationships with Herself Essay and OthersMadame Bovary: The Tragedy of Emma Bovarys Relationships with Herself and OthersMadame Bovary is a narrative which compels the reader to keep turning the pages once he has begun reading. There are no screaming car chases, no resourceful detectives, no horrifying surprises, and no terrifying secrets to capture the readers attention and rivet him to the page: There is only a tragic, well-written, delightfully descriptive narrative about a woman who was raised in the convent, her life, her scandalous conduct, and her untimely death. The narrative is compelling in its concentration on the relationships between the characters in the novel. The tragedies of the novel are based on these relationships, especially the relationship of Emma to herself, to the men in her life, and to the peripheral characters in her life such as her daughter, Berthe, Monsieur Lheureux, the proprietor of the local dry-goods store, and Justin, the pharmacists assistant. One of the tragedies of Emma Bovarys relationship with herself was that she never really understood herself. Emma did not realize that the yearning she had for an exciting lover who would romance her amidst the trappings of luxury was engendered by her reading of silly, sentimental stories while she was growing up. Because Emma was raised in a convent and had little exposure to life beyond the convent or her home farm, she had unrealistic expectations of ife- expectations garnered from the foolish books she read. Emma seemed to believe that her perception of how life should be was the correct one and that people like her husband who never seemed to want anything more were boobies. Emma never really understood herself enough to know that she was shallow, deceitful, sensuous, lustful, and totally corrupted by her desires. Emmas whole focus in life was pleasing herself; yet, she never really knew who she was. Another tragedy in Emmas relationship with herself was that she was never really honest with herself. Emma knew she was being untruthful and adulterous to her husband, but she never acknowledged or understood that she was dishonest with herself. Emma never held an inner dialog or indulged in any self-reflection other than that of thinking of ways to satisfy her carnal longings. All of Emmas thoughts were turned toward sensual satisfaction instead of self- reflection. Emma never acknowledged her lack of maternal feelings for her daughter, Berthe. Berthe was only a peripheral character in Emmas life-she very seldom even thought of the child. Emma never acknowledged what she was doing when she kept borrowing money from Monsieur Lheureux, the proprietor of the local dry-goods store, and Emma never once thought about what would happen to Justin if it were found he had allowed her to take the arsenic which killed her. Emma was never honest enough with herself to acknowledge that she never thought about anyone or anything except her own passionate longings. Emmas lack of self-reflection caused her to react in an animal-like manner to life: she lived by a gut reaction to her longings, satisfying them in whatever dishonest way she could, never stopping to consider the consequences of her actions. The tragedy of her actions is that Emma, if she had had any self-reflection, if she had once tried to think things out, if she had once tried to really communicate with her husband on a level other than frustration with his unperceptive personality, if she had ever been honest with herself or had conceded that her whole life was based on pleasing herself and abusing everyone else in her life, if she had just once, thought of anyone other than herself-Emma would have had a chance at redemption, a chance to mature, a chance to become the wife that Charles thought he had married. Another tragedy in Emmas relationship with herself was her lack of imagination or empathy. Emma could not imagine how other people felt about life and could not conceive of the notion of walking a mile in someones mocassins. Emma could not perceive how she appeared to her lovers (jealous and obsessive), she could not empathize with her lonely, neglected daughter, she could not imagine what Monsieur Lheureux might do if she could not pay him back, she could not understand Justins simple-minded admiration for her, and most of all, Emma could not imagine how ordinary people could ever think that they were truly experiencing life, because her definition of life included noting commonplace or ordinary and only included exaggerated ideas of riches and romance. Emma had no empathy for anyone and lived her life based on her own lustful hunger, constantly seeking ways to satisfy her voracious desires. I'm a Digital Dependant Essay;BLOCK QUOTE; But as her pen flew over the paper she was aware of the presence of another man, a phantom embodying her most ardent memories, the most beautiful things she had read and her strongest desires. In the end he became so real and accessible that she tingled with excitement, unable though she was to picture him clearly, so hidden was he, godlike, under his manifold attributes. He dwelt in that enchanted realm where silken ladders swing from balconies moon-bright and flower-scented. She felt him near her: he was comingcoming to ravish her entirely in a kiss. And the next moment she would drop back to earth, shattered; for these rapturous love-dreams drained her more than the greatest orgies. (1080) ;END BLOCK QUOTE;Another tragedy in Emmas life was her relationship to the peripheral people in her life. Emma had no maternal relationship with her daughter, Berthe, but continually left the child to her own devices under the marginal care of a nurse . Emma despised her mother-in-law, who only wanted to help Emma to make Charles happy. Emma could have learned from her if she had even given one thought to the elder Madame Bovary. Emma thought Justins admiration simple-minded but useful and never tried to help him think of her in the proper manner, but abused his devotion to her by using him as a tool to help her achieve her own goals. Emma never thought about Monsieur Lheureux other than to use him to satisfy her yearning for material things. Emma never tried to develop a relationship with Lheureux but treated him as a tool to achieve her aims.; therefore, it was easy for Lheureux to threaten her and demand her moneyas no relationship existed, he did not care if he ruined her. The final tragedy in Emmas life was her lack of a relationship with God. Although she was raised in a convent, Emma had never really known God. Overcome by her own desires, she raced through life seeking ways to satisfy her immoderate hungers, never once giving a thought to eternal matters. Carnal, sensuous, wanton, intemperate, deceitful, unheeding-Emma needed God in her life. The irrevocable tragic act of suicide, the horror of her suffering, the terror of approaching death finally brought Emma face to face with God. Her capitulation to God, aided by the priest, was perhaps honest, but it was too late to do her, her daughter, or her husband any good. The priest stood up and took the crucifix; she stretched out her head like someone thirsting; and pressing her lips to the body of the God-Man, she imprinted on it, with every ounce of her failing strength, the most passionate love-kiss she had ever given (1103). Emma died her face serene. Emma was finally at peacethrough with all the betrayals, the infamies, the countless fierce desires that had racked her (1099). As a direct result of the disastrous relationships in her life, Emma left behind a legacy that continued to rob people of their happiness. Charles found out about Emmas adulterous behavior when clearing out her papers. The blow was too much for him. Soon after the triple tragedies of suddenly losing all his possessions, losing his wife, and losing the perfect image he had of her, Charles died. Little Berthe, now an orphan, was sent to the cotton mill to earn a living. If Emma had developed the relationship with her husband, her daughter, and God that she should have developed, the tragedies of Madame Bovary could have been averted. Emma would have lived, Charles would have lived, they would have kept their money, and Berthe would have been raised in a fine home, accepted in society as a doctors daughter, and perhaps would have found love of her own as a woman. Madame Bovary continues to be a mesmerizing tale of a womans tragic relationships-perhaps because many readers see in Emma so me of their own faults. The reader of Madame Bovary cannot help but be shaken by the anguished drama of Emmas life. Emmas woeful ghost lingers after the last pages of the book have been turned-a bleak warning that relationships are made to be nourished, not abused.

Wednesday, December 4, 2019

Case Study of Bob Jackson-Free-Samples for Students- Myassignment

Questions: 1.Justify hypothesis by Aetiology and Pathophysiology relevant to Mr Jacksons Presentation. 2.Name one other chronic disease that explains Mr Jacksons symptoms. Justify what further data, such as diagnostic tests and/or further history, which would enable a clinician to discriminate between these two diseases. Answers: Patient Case Study Patient details Name of the Patient: Mr. Bob Jackson Age: 55 years Sex: Male Symptoms: Diarrhea, Nausea and Malaise 1.After reviewing the symptoms, pathological reports and physiological parameters, it seems that Mr. Bob Jackson is suffering from Crohns disease. Crohns disease is defined as a condition of idiopathic inflammation of any part of the gastrointestinal tract (starting from the mouth to anus). Although, maximum reported cases shows ileocaecal occurrence. It is one of the most common diseases encountered in the domain of gastroenterology and falls under the category of the Inflammatory Bowel Disease (IBD) (Baumgart Sandborn, 2012). Aetiological Evidence of Mr. Jackson with Crohns Disease The major leading cause behind the occurrence of the Crohns disease is uncontrolled inflammation. This uncontrolled inflammation of the gastrointestinal tract may occur because of beer consumption. Mr. Jackson, consumes 6 stubbies of beer per week such high beer consumption rate at the age of 55 might have resulted in the inflammation of the gastrointestinal tract, leading to Crohns disease (Manninen et al., 2012). Another excepted cause behind developing susceptibility towards Crohns disease is nutritional deficiencies. Mr. Jackson resides in a rural community (100 Km northwest from Melbourne) and people of the rural community lack nutrition in diet, leading to the arrival of the stigma of the Crohns disease (Kyle, 2013). One of the most important bacterial threats stated so far behind the occurrence of the Crohns disease is Mycobacterium avium paratuberculosis. Recent research conducted by Traveria et al., (2013) identified the existence of Mycobacterium avium paratuberculosis in the sheep. Mr. Jackson is a sheep farmer by occupation at the Patersons Plains in Australia. His job profile demands close association with the sheep and during his duty hours, the bacteria Mycobacterium avium paratuberculosis might have got transfused into his blood steam via food or via cut and leading to the development of the Crohns disease. The prolong use of the Non Steroidal Anti-inflammatory Drugs (NSAIDs) make a person susceptible for the development of the Crohns disease. Mr. Jackson, has been on the medication with Ibuprofane for nocturnal bone pain in hips and back. This prolong use of this NSAIDs might made Mr. Jackson develop Crohns disease (Ananthakrishnan et al., 2012). Pathophysiological Evidence of Mr. Jackson and its relation to Crohns Disease Examination of the gastro-intestinal tract of Mr. Jackson noted lower abdominal distension. In the majority of the cases, people who are suffering from the Crohns disease tend to consume less food in order to avoid the excretion of the watery stool or due to lack of appetite. This empty stomach leads to the formation of wind and leading to abdominal distension. Moreover, Crohns disease classified with crypt inflammation in the gastrointestinal tract, mostly in the lower part of the small intestine or colon. Such inflammation in the lower part of the abdomen can result in the development of the lower abdominal distention. The transmural spread of the inflammation in the gastrointestinal tract leads to the generation of the lymphedema, which is followed by the thickening of the stomach wall and mesentery. This thickened mesenteric fat y extends up to the serosal surface of the bowel causing Mr. Jackson gastrointestinal tract to appear mildly obese. Pain in the left lower quadrant of the gastrointestinal tract again shows signs and the presence of the inflammation. Moreover, it is the small intestine from where the nutrients are absorbed in the blood stream. High level of inflammation followed by formation of the granuloma in the small intestine prevents this normal absorption of the nutrients and thus further generating the pain. Furthermore, this inflammation in the gastro-intestinal tract leads to the generation of the delayed type hypersensitivity response or other type I and Type II hypersensitivity response. This rise in the hypersensitivity response leads to the increase in the levels of the cyto kines mostly IL-8. High levels of IL-8 in the blood caused problem with the urinalysis (Steenholdt et al., 2012). Headache in the last few days as encountered by Mr. Jackson may not have a direct relation with the pathophysiology of the Crohns disease however, increase in the level of abdominal pain, lack of nutrient and lack of sleep might be the reason behind this sudden headache. Thus from the above detailed analysis of the condition of Mr.Jackson on the basis of disease aetiology and pathophysiology, it seems that Mr. Jackson might be suffering from Crohns disease 2.Inflammatory Bowel Disease is an umbrella disease under which falls Crohns disease and Ulcerative Colitis. The symptoms of crohns disease and Ulcerative Colitis are more or similar. The common symptoms of the Crohns disease and Ulcerative Colitis are: Crampy abdominal pain Watery excretion of stool or diarrhea Malasie Nausea Fatigue Urgent bowel So taking the medical condition and the symptoms Mr. Jackson into consideration, he becomes a bit dubious to claim that he is suffering from Crohns disease. He might also be the victim of the Ulcerative Colitis. Ulcerative colitis affects colon and the rectum leading to chronic inflammation. Thus, Ulcerative colitis affects mostly the lower portion of the gastrointestinal whereas; Corhns disease can affect or may cause inflammation to any portion of the gastrointestinal tract (Bressler et al., 2015). Confirmatory test 1: Ultrasonography In order to detect the exact Inflammatory Bowel disease that has affected Mr. Jackson, a ultrasonography of the entire stomach is mandatory. The ultrasonography will reveal the exact point of inflammation via show casing the organo-megally. It is in the ileum or in the upper portion of the respiratory tract then it will be Crohns disease while if the organ enlargement is seen in the rectum or colon then Ulcerative Colitis can be confirmed (Chatu, Subramanian Pollok, 2012). Confirmatory test 2: Bacterial culture of the Stool Crohns disease as discussed is caused by Mycobacterium avium paratuberculosis whereas Ulcerative Colitis is mostly caused by Escherichia coli (Winter et al., 2013). A bacterial culture test using the selective media for the Escherichia coli and Mycobacterium avium paratuberculosis will help in the elucidation of the exact micro-organism colonizing in the gastrointestinal tract leading to the elucidation of the disease. References Ananthakrishnan, A. N., Higuchi, L. M., Huang, E. S., Khalili, H., Richter, J. M., Fuchs, C. S., Chan, A. T. (2012). Aspirin, nonsteroidal anti-inflammatory drug use, and risk for Crohn disease and ulcerative colitisa cohort study.Annals of internal medicine,156(5), 350-359. Baumgart, D. C., Sandborn, W. J. (2012). Crohn's disease.The Lancet,380(9853), 1590-1605. Bressler, B., Marshall, J. K., Bernstein, C. N., Bitton, A., Jones, J., Leontiadis, G. I., ... Group, T. U. C. C. (2015). Clinical practice guidelines for the medical management of nonhospitalized ulcerative colitis: the Toronto consensus.Gastroenterology,148(5), 1035-1058. Chatu, S., Subramanian, V., Pollok, R. C. G. (2012). Meta?analysis: diagnostic medical radiation exposure in inflammatory bowel disease.Alimentary pharmacology therapeutics,35(5), 529-539. Kyle, J. (2013).Crohn's disease. Butterworth-Heinemann. Manninen, P., Karvonen, A. L., Huhtala, H., Rasmussen, M., Salo, M., Mustaniemi, L., ... Collin, P. (2012). Mortality in ulcerative colitis and Crohn's disease. A population-based study in Finland.Journal of Crohn's and Colitis,6(5), 524-528. Steenholdt, C., Svenson, M., Bendtzen, K., Thomsen, O. ., Brynskov, J., Ainsworth, M. A. (2012). Acute and delayed hypersensitivity reactions to infliximab and adalimumab in a patient with Crohn's disease.Journal of Crohn's and Colitis,6(1), 108-111. Travera, G. E., Zumarraga, M., Etchechoury, I., Romano, M. I., Cataldi, A., Alvarado Pinedo, M. F., ... Romero, J. R. (2013). First identification of Mycobacterium avium paratuberculosis sheep strain in Argentina.Brazilian Journal of Microbiology,44(3), 897-899. Winter, S. E., Winter, M. G., Xavier, M. N., Thiennimitr, P., Poon, V., Keestra, A. M., ... Popova, I. E. (2013). Host-derived nitrate boosts growth of E. coli in the inflamed gut.science,339(6120), 708-711.